Lidmaatschap is geen voorwaarde voor vermelding
Naar het publiek en de verzekeraars toe heeft de NVO een verantwoordelijkheid waar het gaat over de kwaliteit van de osteopaten. Om een zekere kwaliteitsstandaard te bereiken hebben de NVO-leden in meerderheid met elkaar afgesproken waar een osteopaat aan moet voldoen. Deze afspraken zijn vastgelegd en geïmplementeerd in de regelgeving van het NRO, dè instantie dat kan toetsen, iets wat de NVO niet kan en niet wil. Osteopaten die op de website van de vereniging worden vermeld, moeten om begrijpelijke redenen aan onze kwaliteitsstandaard voldoen.
Daadwerkelijke ongelijkheid
De regelgeving zoals de NOF hanteert bij haar toetsing, heeft niet dezelfde route afgelegd als in het geval van NVO-NRO. Zo is er bijvoorbeeld geen democratische procesgang, is de osteopathie anders beschreven en is de wijze van handhaving verschillend aan die van het NRO. Daar komt bij dat collega’s die niet bij het NRO ingeschreven kunnen worden of blijven, dit wel kunnen bij de NOF. Tot slot is het mogelijk om zonder dat het diploma is behaald bij de NOF te laten registreren.
Bevestiging van de onderlinge verschillen
Intern waren de verschillen tussen NRO en NOF al langer duidelijk, maar is nu ook extern bevestigd door fiscaal-juristen die zich intensief verdiepen in beide registers.
De BTW-procedure, gevoerd door de NVO, maakt dat er fiscaal-juristen worden geraadpleegd om goed voorbereid voor de rechter te verschijnen. Deze juristen buigen zich met juridische precisie over gehanteerde definities en regelgeving. Zoals nu wel duidelijk zal zijn, vraagt de NVO de benodigde documenten op bij de registers en overhandigt deze aan de fiscaal-juristen waarop hun evaluatie volgt. Hierbij komt duidelijk naar voren dat de hierboven genoemde verschillen tussen NRO en NOF bestaan.
Geen draagvlak voor vermelding
In 2013 heeft het NVO-bestuur een handreiking willen doen aan het NOF-bestuur. Dit hield in dat NOF-geregistreerden die aan de NRO-norm voldoen, tijdelijk op de NVO-website kunnen worden vermeld. Echter tijdens de ledenvergadering van 28-11-’13 werd dit voorstel massaal weggestemd door de NVO-leden.
De handreiking werd gedaan op het moment dat de gesprekken tussen de besturen van NVO en NOF openhartiger waren dan daarvoor. Toeval of niet, het NRO-bestuur stuurde in dezelfde periode aan op overleg met het NOF-bestuur nadat afgevaardigden van beide besturen na vele gesprekken geen voortgang lieten zien. Het NOF-bestuur is nooit op deze uitnodiging van het NRO-bestuur ingegaan.
Het NVO-bestuur zou graag hebben gezien dat beide registers overleg zouden voeren om te komen tot één register. Nu het NOF-bestuur dit gesprek niet langer wilde aangaan, wilde het NVO-bestuur alleen onder bepaalde voorwaarden ingaan op een uitnodiging tot overleg van het NOF-bestuur.
Toen het NOF-bestuur tegemoet kwam aan deze voorwaarden heeft het NVO-bestuur gemeend ook water bij de wijn te moeten doen.
Inmiddels is duidelijk dat er nog altijd geen draagvlak bestaat bij een meerderheid van de NVO-leden voor het vermelden van NOF-geregistreerde leden op de NVO-website en dus worden verzoeken daartoe afgewezen.
Het NVO-bestuur