Kindjes in een stuitligging standaard naar een osteopaat
Gepubliceerd op 19-05-2016Osteopathisch is dit probleem met zachte technieken goed te behandelen en hierbij geldt, hoe eerder je erbij bent, hoe meer kans er is op een positief effect
Osteopathisch is dit probleem met zachte technieken goed te behandelen en hierbij geldt, hoe eerder je erbij bent, hoe meer kans er is op een positief effect
De afgelopen week kreeg ik een baby in behandeling, die precies één week oud was. Het meisje mankeerde niet zoveel, buiten dat ze moeite had met op de rug liggen en dat ze hierbij haar beentjes continue opgetrokken hield. Uit de intake bleek dat ze langdurig in een stuitligging had gelegen.
Iets dat vaak leidt tot een onvolgroeide vorming van de heupkom(men).
Preventief wordt er bij deze kindjes dan ook altijd een röntgenfoto gemaakt wanneer ze drie maanden oud zijn. Dit om de ontwikkeling van de heupgewrichtjes te beoordelen. Tijdens mijn onderzoek van dit baby’tje kwam duidelijk naar voren dat er een spanning was ter hoogte van het bekken, welke goed te behandelen was. Direct daarna liet ze de beentjes al een beetje meer zakken.
Dit meisje zette me wel aan het denken…ik dacht terug aan een meisje van (toen) 1,5 jaar oud, dat ik vorig jaar in de praktijk zag. Zij had overigens slechts een korte periode (ongeveer vier weken) in een stuitligging gelegen. Het meisje had al enkele maanden een spreidbroekje, vanwege de heupdysplasie. Het zag ernaar uit dat ze dit nog zeker één tot anderhalf jaar zou moeten dragen. Even kort samengevat: heupdysplasie is een gewrichtsaandoening, waarbij de heupkom niet goed ontwikkeld is. Hierdoor is het heupgewricht instabiel en kan er zelfs soms een heupluxatie (de heup uit de kom) ontstaan. Een spreidbroekje zorgt ervoor dat de stand van de heupkop, ten opzichte van de kom in de meest gunstige stand wordt gehouden, zodat er zoveel mogelijk een gelijke druk in het heupgewricht ontstaat wanneer het kindje staat. Deze druk zorgt voor een betere ontwikkeling van de ‘onderontwikkelde’ heupkom. Een groot nadeel is dat zo’n spreidbroek 23 uur per dag aangehouden dient te worden. Dit is zeker bij jonge kinderen nogal onpraktisch, bijvoorbeeld bij het verschonen van een luier en het aankleden. Tevens zorgt het ervoor dat het kind minder makkelijk kan kruipen en/of lopen. Overigens heb ik niet het gevoel dat de kindjes dit zelf als last ervaren, wanneer ik ze zie spelen.
Maar goed, dit meisje kwam dus bij me en ik begon zoals gebruikelijk met het onderzoek. Hieruit bleek onder andere dat er een vergrote spanning was ter hoogte van het bekken. Nadat ik dit behandelde, zag ik haar twee weken later weer.
Bij het volgende consult was er nog een lichte spanning aanwezig op de beide bekkenhelften. Bij de derde behandeling (drie weken later) was er slechts nog een beetje spanning te merken van de rechter bekkenhelft.
Deze derde behandeling was voorlopig dan ook de laatste. Een aantal dagen daarna zou ze een controle krijgen bij de arts, toevallig op de dag dat ze met haar ouders op vakantie zou vertrekken. Stiekem had ik de hoop dat dit meisje in plaats van anderhalf jaar bijvoorbeeld, nu na een half jaar haar spreidbroek mocht weglaten.
Wat bleek…tijdens de controle bij de arts, vlak na de derde behandeling, was de heupkop zo goed gevormd, dat ze per direct haar spreidbroek aan de kant mocht schuiven en deze niet meer aan hoefde te doen! Geweldig nieuws natuurlijk, zeker omdat dit natuurlijk ook (voor de ouders) veel fijner en praktischer was op vakantie en de tijd daarna.
De bekkenkam (het os ilium) wordt gevormd uit drie botstukken (os ilium, os ischium, os pubis), welke in het ‘hart’ van de heupkom samenkomen. Wanneer deze delen niet goed samen komen, door een te grote spanning, of een verkeerde groei van het bekken, wordt de kom anders gevormd dan wenselijk is. Hierdoor ontstaat er een minder stabiele situatie. Op een latere leeftijd leidt dit ertoe, dat het kind meer moeite zal hebben met de motoriek en de stabiliteit van het heupgewricht. Hierdoor zullen onder andere het kruipen, maar zeker ook het lopen in een negatieve zin beïnvloed worden. Vaak zie je bij deze kindjes dat zij later beginnen met lopen dan hun leeftijdsgenootjes. Ook ziet het lopen er vaak heel instabiel en wankel uit.
Osteopathisch is dit probleem (met zachte technieken) vaak goed te behandelen en hierbij geldt, hoe eerder je erbij bent, hoe meer kans er is op een positief effect. Ik ben er dan ook een groot voorstander van dat kindjes die enige tijd in een stuitligging hebben gelegen worden onderzocht en behandeld door een osteopaat. Vaak zijn er slechts een paar behandelingen nodig, om het kind iets positiefs mee te geven voor de rest van zijn/haar leven!
Max Elze
Bio:
Max Elze (1983) is sinds 2013 osteopaat D.O. en is woonachtig en werkzaam in Heerlen. Sinds enige tijd schrijft hij blogs, waarmee hij het vak osteopathie probeert onder een breder publiek te brengen. Vanaf nu zal hij dan ook met regelmaat columns verzorgen voor de NVO. Zijn doel is hierbij om zijn eigen visie en denkwijze weer te geven over het vak osteopathie. Als Max niet met zijn vak bezig is, dan spendeert hij graag tijd met zijn gezin. Ook sport hij graag, waarbij hij, na jarenlang te hebben gevoetbald, zich sinds een jaar toegespitst heeft op het hardlopen.